Een IT dienstverlener bij de Oosterburen liet vorige week met een persbericht weten dat men zich zorgen maakt om het aantal achterstallige IT projecten. Er is een direct commercieel belang voor de verzender, maar het gemaakte punt is wel terecht.
Door de pandemie is sinds het voorjaar van 2020 het IT landschap flink op de schop gegaan. Het inrichten van nieuwe digitale en veilige werkplekken heeft de meeste aandacht gekregen. Het geld daarvoor is deels gevonden door reeds geplande andere trajecten te staken. Afhankelijk van de fase waarin die projecten zich bevonden kan er sprake zijn van kleinere of grotere risico’s.
Personeel
Het oorspronkelijke bericht gaat vooral daarover. Waar met geen woord over wordt gerept is dat projecten en trajecten vallen of staan met de inzet van mensen. De pandemie heeft er niet alleen voor gezorgd dat mensen anders zijn gaan werken. Bekend is inmiddels ook dat heel veel mensen van baan zijn gewisseld. Wat de pers haalt is maar een fractie van het verhaal. Wie de vacatures voorbij ziet flitsen op de social media krijgt ook geen compleet beeld van de veranderingen.
Nog voor de Duitse melding voorbij kwam was al vernomen dat sommige projecten in Nederland niet kunnen worden opgepakt of afgerond omdat de IT specialisten zijn vertrokken. De schaarste aan deskundig personeel in die sector is al tijden groot. Mensen vinden die een klus kunnen afmaken, waarvan ze de voorgeschiedenis niet kennen is zeer lastig.
In kaart brengen
Daarom is wijzen op risico’s dat uitgaat van achterstallige IT projecten terecht. Dat er geen pasklare oplossing voor is mag duidelijk zijn. Maar het zou nog beter zijn als de fase daarvoor zou zijn benoemd. Wie weet na twee jaar van beperkingen door de pandemie wat precies gepland was en wat van elk deeltraject de status is. Dat in kaart brengen hoort een hoge prioriteit te hebben. De risico’s kunnen immers een hoog cyber gehalte hebben.