vliegtuig

Black-out Schiphol en Hamburg hebben niets met overmacht te maken

Binnen een maand zijn er op de luchthaven Schiphol en Hamburg twee afzonderlijke incidenten geweest met dezelfde impact: een black-out. In beide gevallen is de dienstverlening platgelegd door een onderbroken stroomtoevoer. Overmacht riepen de twee beheerders, maar dat is niet correct.

Schiphol

De aanleiding van de black-out op Schiphol leek niet te liggen op het terrein zelf. Het was een verderop gelegen deel van de netwerkinfrastructuur die uitviel. Dit triggerde, volgens plan, het opstarten van de noodstroomvoorziening op de luchthaven. Het was daarbij een operatie die al jaren in het draaiboek voor de business continuïteit stond en al meerdere keren was getest. Nu er sprake was van een echt incident en geen test bleek dat de verdeling van de stroomlast niet goed was. Een noodvoorziening werd te zwaar belast met als gevolg dat na elkaar elk onderdeel uitviel. Bij gebrek aan elektriciteit kon de luchthaven niet draaien en vooral was er een direct veiligheidsrisico. Om die reden werd Schiphol gesloten.

Hamburg

Enkele weken later werd ook het vliegveld bij Hamburg platgelegd. Ook hier was sprake van complete stroomuitval, terwijl de draaiboeken en oefeningen met precies het zelfde scenario rekening hielden. De praktijk bleek zich echter niet aan de theorie te houden. De noodvoorziening verzaakte en het terrein werd gesloten. De oorzaak van het falen was snel gevonden – onvoldoende isolatie van een leiding had door grote belasting kortsluiting veroorzaakt.

Overmacht?

In beide gevallen zijn duizenden reizigers gedupeerd. Ook de luchtvaartmaatschappijen en winkels op de pieren zijn hard geraakt. De luchthaven exploitanten waren er snel bij om de term “overmacht” te gebruiken. Dat cliché begrip voorkomt dat de indruk wordt gewekt dat met schuld en daarmee aansprakelijkheid accepteert. In beide gevallen kan dat argument direct naar de prullenbak.

Falende draaiboeken

Wat Schiphol en Hamburg hebben laten zien is dat anno 2018 hele grote instellingen, onderdelen van de vitale infrastructuren, nog steeds vertrouwen op draaiboeken en oefeningen gebaseerd op de theorie. Het gemak waarmee de oorzaken zijn gevonden geeft aan dat het vertrouwen in de theorie volkomen onterecht was. De vragen hoe oud de draaiboeken zijn en wanneer de infrastructuren voor het laatst serieus onderzocht zijn staan nog open.

Voor iedereen die claimt business continuity en uptime te kunnen garanderen zijn beide incidenten de zoveelste wake-up call: vertrouwen is goed, controle is beter en een beroep op overmacht doen is niet altijd verstandig.