Verzadiging
Het moest er ooit van komen. De vraag naar domeinnamen is niet onbeperkt. Er was en is vraag, maar er komt een moment dat een groot deel van de markt is voorzien van de gewenste domeinnamen. In de B2C IT sector spreekt men bij groeicijfers in omzet en aantallen van minder dan 2% van een verzadigde markt. Die term hoefden registrars en registries voorheen niet te gebruiken. Nu de fase van double digit groei definitief voorbij is doen ze er goed aan te kijken naar hoe B2C aanbieders met stagnatie en verzadiging omgaan. Dat kan ze helpen bij het bepalen van de keuzes die gemaakt moeten worden.
Differentiatie en Verbreding
Wie naar het landschap kijkt ziet dat de meeste partijen er al lang geleden voor hebben gekozen het portfolio met gelijke diensten te verbreden. De tijd dat een hoster alleen maar .NL aanbiedt ligt ver achter ons. Het aanbod van TLD’s hebben ze uitgebreid om op de vraag in te spelen en te kunnen profiteren van het toename van TLD’s. Een aantal registries heeft voor dezelde oplossing gekozen. In plaats van een TLD beheren, heeft men er meerdere onder zijn hoede genomen. Door deze stap te zetten heeft men een aantal jaren de omzetgroei voor domeinnamen weten vast te houden.
Tot de verbreding van de portfolio’s hoort ook het aanbieden van meer dan alleen aan domeinnamen gelinkte diensten. Hosting zit erg dicht op de domeinnamen registraties. Security dienstverlening of voip zit al op enig afstand. Partijen die dat aanbieden terwijl de core business in het begin was de registratie van domeinnamen hebben een gedifferentieerd aanbod. Differentiatie is een randvoorwaarde om minder afhankelijk te zijn van domeinnamen en alles dat er direct mee te maken heeft.
Arpu en Churn
Die afhankelijkheid was lange tijd geen probleem. Nu is de markt zo verzadigd dat dit wel een punt van aandacht moet zijn. De belangrijkste reden daarvoor heeft te maken met Arpu en de combinatie van Churn en Retentie. Het eerste staat voor hogere gemiddelde omzet per klant, het andere voor twee percentages. Churn verwijst naar het aantal klanten dat na de contractperiode vertrekt. Retentie voor het aantal dat blijft.
Lange tijd gold het laten registeren van meer domeinnamen door een klant als goed voor de Arpu en garantie voor een lage churn, dus hoge retentie. De gedachte daarachter was dat een klant niet zomaar een omvangrijk administratief proces zou ingaan om verhuizingen in te zetten. In de ideale situatie waren de domeinnamen ook meer dan alleen geregistreerd. Hoe meer er actief waren des te complexer de uiteindelijk structuur. Een boom van actieve domeinnaamregistraties met wisselende hostingpakketten of een brede VPS, dat is goed voor de business van de registrar, annex hoster. Dat verhuist een klant niet zomaar.
Zombies
Zolang de autonome groei van het aantal domeinnamen en de instroom van nieuwe klanten vlot verliep was er geen reden echt te focussen op bovenstaande strategie. Iedereen probeerde zijn klanten wel te laten upgraden van een registry-only naar een volledig hostingpakket, maar het was nooit de top prioriteit van de hosters. Zelfs pogingen van de registry de houders te stimuleren meer te doen met de domeinnamen zijn geen doorslaggevend succes geweest. De situatie waarbij een groot deel van de domeinnaamregistraties niet actief in gebruik is blijft niet beperkt tot het TLD .NL.
Wie de cijfers van Internetlivestats erbij haalt ziet dat het een globaal gegeven is. Wereldwijd is 75% van de geregistreerde namen inactief. De naam die hiervoor wordt gehanteerd is Zombie domeinnamen. Zombies bestaan uit domeinnamen die zijn geregistreerd om ooit verkocht te worden (“parked”) en namen die om defensieve redenen zijn geregistreerd. Zij garanderen de registrars een jaarlijkse vergoeding, zonder dat daarvoor veel inspanning hoeft te worden verricht. De kans dat een zombie domeinnaam geactiveerd wordt en er een upsell van diensten (dus hogere ARPU) ontstaat is gering. Als dat wel het geval zou zijn dat was het aantal zombies de afgelopen jaren niet zo fors toegenomen.
Wat te doen?
Een registrar die merkt dat zijn corebusiness de laatste jaren lastiger is geworden en dat daar geen serieuze omzetgroei meer mogelijk is kan drie dingen doen.
- Er zijn aanbieders in deze markt die daar vrede mee hebben. Zij willen de business overzichtelijk houden. Door het te combineren met de direct gerelateerde dienst hosting en/of website beheer komt er de komende jaren nog genoeg geld binnen.
- Andere aanbieders hebben met differentiatie geëxperimenteerd en zien mogelijkheden een nieuw specialisme te gaan voeren. Domeinnamen en hosting is in die opzet niet langer de corebusiness. Dit is een beweging die deels de opkomst van de MSP’s verklaard. In die groep zitten veel ondernemers die ooit met hosting zijn begonnen en bedrijven opgericht door ex-medewerkers van hosters.
- De derde optie is samenwerking zoeken. Dat kan door het kopen van concurrenten of de eigen onderneming verkopen. Het kan ook in de vorm van echt gaan samenwerken met een bedrijf met een net iets andere focus, bijvoorbeeld een nieuwe stijl MSP.
Van elk van de drie opties zijn genoeg voorbeelden te vinden in de Nederlandse en Europese markt. In tegenstelling tot de B2C markt voor IT diensten (denk aan telco’s en providers) is optie drie nadrukkelijk niet de enige optie die succes garandeert. De B2B markt is dusdanig breed en complex dat ook de andere opties serieus in overweging genomen moeten worden.